Skip to Content

Zelf wijn maken voor beginners; van druivenplanten en druivensap recepten

Zelf wijn maken voor beginners; van druivenplanten en druivensap recepten

Wanneer we denken aan wijn, denken we vaak aan dure flessen wijn die we in een restaurant of wijnbar kopen. Maar wist je dat je zelf ook wijn maken kan? Het is eigenlijk heel eenvoudig en je hebt niet veel spullen nodig om te starten.

Wijn maken is een oud en bekend proces, maar toch kan het erg intimiderend zijn voor beginners. Daarom hebben we een stap-voor-stap-gids gemaakt, zodat je precies weet wat je moet doen om te beginnen met wijn maken. In dit artikel leer je stap voor stap zelf wijn maken, van het kweken van de druiven tot het bottelen van de wijn.

Zelf wijn maken

Wijn maken is een oud en veel gepraktiseerd vak. De eerste wijn werd gestoken in 6000 v. Chr. in Zuid-Azië. In de loop der eeuwen heeft de wijnbouw zich verspreid naar Europa, waar het momenteel de grootste wijnproducent ter wereld is. Wijn wordt gemaakt van druiven, en er zijn vele verschillende soorten en smaken.

Er is een wereld van verschil tussen een goede wijn en een slechte wijn. Een goede wijn is een smakelijke wijn die je geniet van elke slok. Een slechte wijn is een wijn die moeilijk te drinken is en je bittere smaak naar binnen werkt.

Er zijn verschillende manieren om wijn te maken, maar we geven je hier een eenvoudige methode die geschikt is voor beginners.

Tip: Als je zelf wijn gaat maken heb je een gistingsfles met waterslot nodig, deze vind je hier.

Druiven kweken

Als je druiven wilt kweken, heb je twee opties. Je kunt druivenplanten kopen of je kunt druivenzaadjes kopen. Druivenplanten zijn een beetje duurder, maar ze groeien sneller en zijn makkelijker te verzorgen. Druivenzaadjes zijn goedkoper, maar ze groeien langzamer en zijn moeilijker te verzorgen.

Wanneer je druivenplanten of -zaadjes koopt, moet je ervoor zorgen dat je de juiste soort voor jouw klimaat kiest. Sommige druivensoorten groeien beter in warmere klimaten, terwijl andere druivensoorten beter gedijen in koelere klimaten.

Het kweken van druiven kan een uitdaging zijn, maar het is zeker de moeite waard. Hier zijn een paar tips om je te helpen succesvol te zijn.

  1. Zorg ervoor dat je een goede plek kiest om je druivenplant te laten groeien. Het moet een plek zijn die veel zon heeft en goed drainage heeft.
  2. Plant je druivenplant in de lente of vroege zomer. Zorg ervoor dat je de wortels goed nat houdt tijdens het planten.
  3. Geef je druivenplant genoeg water, maar wees voorzichtig met overmatig water geven. Druivenplanten houden niet van natte wortels.
  4. Snoei je druivenplant elk jaar in de winter. Dit zorgt ervoor dat je plant goed blijft groeien en gezond blijft.
  5. Zorg ervoor dat je druivenplant genoeg voeding krijgt. Gebruik meststoffen die speciaal voor druivenplanten gemaakt zijn.
  6. Bescherm je druivenplant tegen ziekten en plagen. Zorg ervoor dat je plant goed ventileert en spray hem regelmatig met water om schimmel te voorkomen.

Druiven oogsten

Oogst je druiven wanneer ze rijp zijn. Dit is meestal in de late zomer of vroege herfst. Doe dit voorzichtig, zodat de druiven niet breken of beschadigen. Het is het beste om de druiven ’s ochtends te plukken, wanneer het nog koel is.

Als je wilt, kun je de druiven wassen voordat je ze plukt, zo kan je eventuele achtergebleven zand / aarde er vanaf spoelen net als kleine beestjes

Nadat je de druiven hebt geplukt, is het tijd om er wijn van te maken.

Vermaal de druiven in een blender of maal ze fijn met een vork, vroeger deden ze dit door de druiven in een grote houten kuip fijn te stampen 😉 Doe de gemalen druiven in een grote container of kom.

Wijn laten gisten

Je kan deze eerste stappen ook overslaan en bijvoorbeeld gebruik maken van druivensap (of andere sappen / honing) om wijn van te maken. Het proces verloopt verder vanaf hier precies hetzelfde.

Sluit de kom of fles met een deksel of theedoek af, hierdoor kan er wel zuurstof bij de wijn komen, maar geen vliegjes of ander vuil. Laat het zo 12 uur rusten.

Voeg vervolgens de giststarter toe. Deze maak je van een halve liter gekookt (en afgekoeld) water, citroensap, sinaasappelsap, 50 gram suiker, mespunt gistvoedingszout en helft van wijngist dat je volgens het recept moet gebruiken. Dit sluit je af met watten en bewaar je in een ruimte met een temperatuur tussen de 20 en 26 graden.

Na de 12 uur rusten voeg je de gist starter toe aan de druivensap, dit meng je goed door. Vervolgens strooi je de overgebleven wijngist over het sap heen, zonder te mengen. Vervolgens sluit je de fles weer af zodat er wel zuurstof bij kan komen, maar geen viezigheid. Deze eerste gisting duurt zo’n 24 tot 48 uur in een omgevingstemperatuur tussen de 12 en 22 graden.

Na de eerste gisting kan je suikerkorrels toevoegen (50 gram per liter), wederom goed mengen en afsluiten. Dit laat je 48 tot 72 uur staan, maar dan zonder te roeren.

Wijn afgieten

Nadat de wijn heeft gegist, is het tijd om hem af te gieten. Als je een open bak hebt kan je de pulp er vanaf scheppen, maar dan zonder te roeren. Laat het tussendoor rusten voordat je opnieuw gaat afscheppen. Bewaar je de wijn in een fles, giet deze dan voorzichtig af door een theedoek of kaasdoek, zodat de druivenpulp achterblijft. Giet de wijn vervolgens in een schoongemaakte fles of karaf met behulp van een trechter en een zeef.

Hieraan voeg je per liter 25 gram suikerstroop toe; dit maak je door kristal suiker op te lossen in kokend water, en vervolgens af te laten koelen, en een mespuntje gistvoedingszout. De fles sluit je af met een waterslot zodat er geen zuurstof meer bij kan komen.

Na 2 tot 3 weken neemt het gisten af en wordt de wijn helder, de drab blijft op de bodem liggen. De wijn kan je nu voorzichtig overhevelen in een andere gistingsfles zodat de drablaag achterblijft.

Eventueel kan je dit proces nog een keer herhalen.

Wijn rijpen

Zet de fles of karaf met waterslot op een koele, donkere plek. Laat de wijn minimaal 2 tot 4 maanden rijpen zodat na het gisten de wijn helder wordt voordat je hem drinkt. Hoe langer je de wijn laat rijpen, hoe beter hij smaakt. Daarnaast is het beter om dit in grote hoeveelheden te bewaren zodat de smaak beter kan ontwikkelen.

Proeven!

Na minimaal 3 maanden is de wijn klaar om te drinken. Proef de wijn voordat je hem inschenkt, zodat je weet hoe hij smaakt. Als je vindt dat de wijn te zuur is, kun je er een beetje suikerstroop aan toevoegen. Wanneer je de wijn lekker vindt, is het tijd om hem in te schenken en te genieten!

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *