Skip to Content

Studiefinanciering; van berekenen en aanvragen tot terugbetalen

Studiefinanciering; van berekenen en aanvragen tot terugbetalen

Na het voortgezet onderwijs gaan veel leerlingen natuurlijk een vervolgopleiding volgen. Dat kan een mbo-opleiding zijn, of een opleiding aan een hogeschool of universiteit.

Per studiejaar zijn er flink wat kosten verbonden aan zo’n opleiding, maar een student die voltijds naar school gaat heeft meestal geen tijd om daarnaast ook nog eens veel te werken om die opleiding te bekostigen.

Daarvoor is de studiefinanciering in het leven geroepen. Hiermee kunnen studenten hun opleiding betalen, en vaak ook nog de andere kosten die ze hebben voor hun levensonderhoud.

Er zijn echter wel verschillen in het soort beurs dat je als student kunt krijgen. Dat hangt bijvoorbeeld af van het soort opleiding en of de student nog thuis woont of bijvoorbeeld op kamers.

Studiefinanciering berekenen & aanvragen

Om studiefinanciering te kunnen aanvragen, moet je een mbo-, hbo- of wo-student zijn. Voor de volgende specifieke opleidingen kun je (een vorm van) studiefinanciering aanvragen: VMBO, HAVO, VWO, MAVO, LWOO, praktijkonderwijs, VSO, VAVO, BOL, bachelor, master, of associate degree.

Je staat voltijds of duaal ingeschreven voor één van de bovenstaande opleidingen. De opleiding duurt minimaal 1 jaar en is erkend.

Wat betreft leeftijd, moet je voor het MBO minimaal 18 jaar oud zijn om studiefinanciering te kunnen aanvragen. Het studentenreisproduct kun je wel aanvragen voor het MBO als je jonger bent dan 18 jaar.

Voor studenten aan het HBO en de universiteit geldt geen minimumleeftijd voor het aanvragen van studiefinanciering. Voor het aanvragen van studiefinanciering voor het voortgezet speciaal onderwijs moet je jonger zijn dan 20 jaar; overige vormen van studiefinanciering kunnen worden aangevraagd totdat je 30 jaar wordt.

Voor het aanvragen van studiefinanciering heb je een DigiD nodig. Dit is een inlogcode waarmee je kunt inloggen op websites van de overheid, zoals de Belastingdienst. Studiefinanciering kun je aanvragen door in te loggen met DigiD bij DUO via mijn.duo.nl.

Omdat je in de meeste gevallen ook recht hebt op een studentenreisproduct, moet je in het bezit zijn van een persoonlijke OV-chipkaart. Het studentenreisproduct is namelijk een abonnement dat alleen kan worden geladen op een persoonlijke OV-chipkaart en niet op een anonieme OV-chipkaart.

Studiefinanciering voor het MBO

De studiefinanciering voor mbo-studenten bestaat uit verschillende onderdelen:

  • Basisbeurs
  • Aanvullende beurs
  • Reisproduct voor de ov-chipkaart
  • Lening

Mbo-studenten kunnen een basisbeurs krijgen als ze tussen de 18 en 30 jaar oud zijn en een voltijds of duale bol-opleiding volgen. Studenten die jonger zijn dan 18 jaar, kunnen al wel aanspraak maken op het studentenreisproduct.

De hoogte van de basisbeurs is voor mbo-studenten afhankelijk van de woonsituatie: mbo-studenten die niet meer thuis wonen, krijgen een hogere basisbeurs dan mbo-studenten die nog wel thuis bij hun ouders wonen.

Naast de basisbeurs is er voor mbo-studenten een aanvullende beurs, als de ouders niet of weinig kunnen meebetalen aan de opleiding. Dit is dus afhankelijk van het inkomen van de ouders.

Mbo-studenten kunnen bij DUO ook een lening afsluiten als zij extra geld nodig hebben voor hun opleiding. Er geldt een maximaal bedrag dat geleend kan worden, maar minder mag natuurlijk ook.

Maandelijks kan het bedrag eventueel worden aangepast of kan de lening worden opgezegd. Na de opleiding moet de lening wel worden terugbetaald.

De bedragen voor de studiefinanciering voor het mbo van augustus tot en met december 2020 zijn als volgt:

  • Thuiswonende studenten: 85,13 euro basisbeurs, 351,46 euro aanvullende beurs, 185,46 euro lening (totaal 622,05 euro studiefinanciering).
  • Uitwonende studenten: 277,84 euro basisbeurs, 373,94 euro aanvullende beurs, 185,46 euro lening (totaal 837,24 euro studiefinanciering).

Voor studenten die MBO 1 of 2 doen, zijn de basisbeurs, aanvullende beurs en het reisproduct altijd een gift. Dit hoeft dus niet te worden terugbetaald. Alleen als er een extra lening wordt afgesloten, moet deze worden terugbetaald.

Voor studenten die MBO 3 of 4 doen, zijn de basisbeurs, aanvullende beurs en het reisproduct een prestatiebeurs. Je hoeft dit bedrag niet terug te betalen als je je diploma behaalt binnen 10 jaar, alleen voor de jaren dat je extra studiefinanciering hebt ontvangen omdat je langer doet over je opleiding.

Voor een opleiding van 4 jaar, krijg je bijvoorbeeld maar 4 jaar studiefinanciering. Als je er 5 jaar over doet, moet je 1 jaar zelf betalen.

Studiefinanciering voor HBO en WO (Universiteit)

De studiefinanciering voor studenten aan een hogeschool en universiteit zijn verdeeld in de volgende onderdelen:

  • Aanvullende beurs
  • Lening
  • Studentenreisproduct
  • Collegegeldkrediet

Sinds het schooljaar 2015/2016 is de basisbeurs voor studenten aan een hogeschool en universiteit afgeschaft. Wel blijft het studentenreisproduct bestaan voor alle studenten. Het oude stelsel bevatte ook alle bovengenoemde onderdelen, maar daarnaast nog een basisbeurs.

De studiefinanciering was afhankelijk van de woonsituatie, dus of je thuiswonend of uitwonend bent. Studenten die niet meer bij hun ouders wonen, hebben namelijk hogere kosten voor hun eigen levensonderhoud en krijgen daarom een hoger bedrag aan studiefinanciering.

Sommige studenten vallen nu nog onder het oude stelsel; dat geldt voor studenten die in 2014 of eerder aan hun studie zijn begonnen en daar nog mee bezig zijn. Zij blijven de basisbeurs ontvangen zolang zij recht hebben op studiefinanciering. Dat is afhankelijk van de duur van de studie.

De bedragen voor de studiefinanciering in het oude stelsel waren als volgt (januari tot en met augustus 2020):

  • Basisbeurs: 300,69 euro (uitwonend), 108,00 euro (thuiswonend)
  • Aanvullende beurs: 287,95 (uitwonend), 265,42 euro (thuiswonend)
  • Lening: 308,92 (uitwonend), 308,92 euro (thuiswonend)
  • Collegegeldkrediet: 173,58 euro (uitwonend), 173,58 euro (thuiswonend)
  • Totaal: 1071,14 euro (uitwonend), 855,92 euro (thuiswonend).

Bij geen of minder aanvullende beurs, kan het ontbrekende bedrag extra geleend worden. Studenten aan een hogeschool of universiteit kunnen alleen nog een aanvullende beurs krijgen als de ouders een lager inkomen hebben en niet bij kunnen dragen aan de opleiding van hun kind.

Om toch de kosten voor de opleiding te kunnen betalen en in hun eigen levensonderhoud te kunnen voorzien, kunnen studenten aan een hogeschool of universiteit een lening afsluiten bij DUO.

Deze lening moet uiteraard na afloop van de studie weer terugbetaald worden. De studiefinanciering is voor alle studenten aan een HBO of universiteit, ook als zij nog geen 18 jaar oud zijn.

Je blijft recht hebben op studiefinanciering tot 30 jaar, maar als je op dat moment nog studiefinanciering ontvangt, blijf je dit ook ontvangen totdat je klaar bent met de opleiding of stopt. Als je 30 bent kun je dan echter niet opnieuw studiefinanciering aanvragen.

Hbo- en wo-studenten kunnen ook nog een collegegeldkrediet afsluiten om hun collegegeld te betalen. Ook dit bedrag moet na de opleiding weer worden terugbetaald. De hoogte van het collegegeldkrediet is nooit hoger dan het bedrag dat je aan collegegeld moet betalen.

De bedragen voor de studiefinanciering voor het HBO en universiteit van september tot en met december 2020 zijn als volgt:

  • Lening: maximaal 494,39 euro
  • Aanvullende beurs: 403,17 euro
  • Collegegeldkrediet: 178,58 euro
  • Totaal: 1076,14 euro

Het reisproduct en de aanvullende beurs zijn voor hbo- en wo-studenten een prestatiebeurs. Binnen 10 jaar moet het diploma voor de opleiding worden behaald, en dan hoeft de studiefinanciering niet terugbetaald te worden. Ook hiervoor geldt dat alleen de studiefinanciering voor de duur van de opleiding in jaren een gift kan worden, en dat je geen studiefinanciering meer krijgt als je langer over je studie doet.

Maar wat nu als je geen diploma haalt? Studenten die nog onder het oude stelsel vallen moeten dan hun basisbeurs en aanvullende beurs terugbetalen. Een eventuele lening moet uiteraard sowieso worden terugbetaald.

Er is echter één uitzondering op het terugbetalen van de prestatiebeurs als er geen diploma wordt behaald: als je tijdens de eerste vijf maanden van de studiefinanciering een aanvullende beurs hebt gekregen, dan hoef je deze vijf maanden aanvullende beurs niet terug te betalen als je geen diploma haalt.

Eenoudertoeslag

Alleenstaande ouders die een opleiding volgen, hebben recht op een extra toeslag bovenop hun studiefinanciering: de eenoudertoeslag. Je hebt hier recht op als je een kind verzorgt dat jonger is dan 18 jaar.

Ook moet je de kinderbijslag voor dit kind krijgen, en het kind moet op jouw adres staan ingeschreven bij de gemeente. Je hebt bovendien geen partner en woont niet samen met iemand.

De hoogte van de eenoudertoeslag is in 2020 259,69 euro per maand. De toeslag kan worden aangevraagd via Mijn DUO. Ga daarvoor naar ‘Mijn producten’, kies voor ‘Studiefinanciering’ en klik bij ‘Toeslag voor een alleenstaande ouder die een kind verzorgt’ op ‘Aanvragen’.

Studentenreisproduct

Alle studenten hebben recht op een studentenreisproduct. Dit is een abonnement voor het openbaar vervoer dat op een ov-chipkaart kan worden geladen. Je kunt zelf kiezen of je doordeweeks of juist in het weekend gratis wilt reizen. Ben je bijvoorbeeld op kamers gaan wonen in de stad waar je ook studeert?

Dan kun je doordeweeks in principe gewoon met de fiets naar school gaan, maar wil je in het weekend misschien wel terug naar je ouders. Daar kun je met het studentenreisproduct dan gratis naartoe reizen.

Ook andersom kunnen studenten die nog bij hun ouders wonen maar in een andere stad studeren, gratis doordeweeks reizen naar hun school. Op de dagen dat studenten niet gratis kunnen reizen met het openbaar vervoer, geldt wel een korting van 40%.

Bijverdienen

Natuurlijk mag je als student ook een baan hebben naast je studie. Maar als je zelf bijna een volledig salaris verdient en daarvan prima je studiekosten kunt betalen en in je eigen levensonderhoud kunt voorzien, is het natuurlijk eigenlijk niet nodig om ook nog eens studiefinanciering te krijgen.

Daarom mag je wel bijverdienen, maar is er een grens voor de hoogte van het bedrag dat je mag bijverdienen als student.

Deze bijverdienregels gelden echter alleen voor mbo-studenten en voor studenten die nog vallen onder het oude stelsel voor HBO en universiteit.

Als je onder het leenstelsel voor HBO en universiteit valt of voortgezet onderwijs volgt, maakt het niet uit hoeveel je bijverdient. Ook het geld van je eventuele partner telt niet mee voor de studiefinanciering of bijverdiensten.

In 2019 was de grens voor het verzamelinkomen 14.682,96 euro; dit is dus het bedrag wat je als student maximaal mocht verdienen, zonder dat je gekort werd op je studiefinanciering.

In 2020 is de grens komen te vervallen, omdat sommige studenten vanwege de coronacrisis extra zijn gaan werken in een cruciaal beroep, en daarvoor natuurlijk niet gestraft moeten worden door ze te korten op hun studiefinanciering.

Als je zelf verwacht dat je meer bijverdient dan de grens, dan moet je zelf de studiefinanciering stopzetten.

Als je dit niet doet, moet het bedrag dat je teveel hebt ontvangen aan studiefinanciering worden terugbetaald nadat is gebleken tijdens de aangifte inkomstenbelasting dat je teveel hebt bijverdiend. De studiefinanciering kan dan met terugwerkende kracht worden stopgezet, maar ook het reisproduct mag je niet meer gebruiken.

Er wordt dan gekeken of je toch gebruik hebt gemaakt van het studentenreisproduct in de maanden dat de studiefinanciering is ingetrokken. Als dat zo is, dan moet je een boete betalen over de halve maanden waarin je ermee hebt gereisd.

De boete voor de 1e maand is 75 euro per halve maand, en daarna moet je 150 euro per halve maand betalen dat je met het studentenreisproduct hebt gereisd in de periode dat de studiefinanciering is ingetrokken.

Gevolgen voor uitkering van de ouder

Studenten blijven steeds langer thuis wonen, bijvoorbeeld omdat het erg lastig is om aan een betaalbare studentenkamer te komen. De huurprijzen schieten de pan uit en veel studenten hebben geen zin om zich daarvoor diep in de schulden te steken.

Voor ouders die een bijstandsuitkering ontvangen, kan dat bezorgdheid veroorzaken omdat hun kind maandelijks een redelijk bedrag krijgt aan studiefinanciering.

Het is dan ook goed om te weten dat je de bijstandsuitkering niet zult verliezen doordat het inkomen van het gezin ineens hoger is geworden, maar de uitkering gaat wel omlaag.

Kreeg je eerder namelijk een bijstandsuitkering voor een ouder met kind, dan krijg je als je kind studiefinanciering gaat ontvangen alleen nog een bijstandsuitkering voor een alleenstaande.

Tegemoetkoming scholieren

Ook leerlingen van het voortgezet onderwijs kunnen studiefinanciering krijgen vanaf het moment dat ze meerderjarig zijn. Het heet dan alleen geen studiefinanciering, maar tegemoetkoming scholieren.

Het zijn vooral vwo-leerlingen die deze tegemoetkoming aanvragen, omdat zij over het algemeen 18 jaar worden in hun examenjaar, maar ook leerlingen die bijvoorbeeld zijn blijven zitten of om een andere reden na hun 18de jaar nog op het voortgezet onderwijs zitten.

De tegemoetkoming scholieren is een gift en hoeft dus niet terugbetaald te worden. De tegemoetkoming gaat in vanaf het kwartaal na de 18de verjaardag tot het laatste schooljaar voorbij is. Een schooljaar duurt van 1 augustus tot en met 31 juli.

Leerlingen die uitwonend zijn, krijgen meer tegemoetkoming. De ouders moeten dan wel verklaren dat de leerling niet meer thuis woont, met een uitwonendenverklaring. Werken de ouders niet mee, dan kan de leerling samen met de schooldecaan het formulier Verklaring weigerachtigheid invullen om alsnog de toelage voor uitwonenden te krijgen.

Thuiswonende leerlingen krijgen een basistoelage van 117,20 euro. Uitwonenden krijgen 273,26 euro. Er is ook een aanvullende toelage van maximaal 82,64 euro voor de onderbouw van het voortgezet onderwijs, 90,47 euro voor de bovenbouw van het voortgezet onderwijs, 54,89 voor het voortgezet speciaal onderwijs, 121,02 euro.

Voor de VAVO, 113,14 euro voor de onderbouw van het particulier voortgezet onderwijs, en 121,02 euro voor de bovenbouw van het particulier voortgezet onderwijs. Als er op de VAVO lesgeld betaald moet worden, dan wordt de toelage voor vavo-leerlingen nog verhoogd met 100,17 euro per maand.

Jisca van de Kerkhof

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *